Interpoleren van puntgegevens

Interpoleren is een algemeen gebruikte techniek in GIS om een doorlopend oppervlak te maken uit afzonderlijke punten. Veel van de fenomenen in de echte wereld zijn doorlopend - hoogten, bodems, temperaturen etc. Als we deze oppervlakten voor analyses willen modelleren, is het onmogelijk metingen te doen over het gehele oppervlak. Daarom worden veldmetingen genomen op verschillende punten in het oppervlak en dan worden tussenliggende waarden berekend door een proces, genaamd ‘interpolatie’. In QGIS wordt interpolatie verricht met behulp van de ingebouwde gereedschappen voor interpolatie in de toolbox van Processing.

Overzicht van de taak

We zullen veld-dieptemetingen gebruiken voor Lake Arlington in Texas en een hoogte-reliëfkaart en contouren maken uit deze metingen.

Andere vaardigheden die u zult leren

  • Contouren maken uit puntgegevens.

  • Maskeren van waarden Geen gegevens uit een rasterlaag.

  • Labels toevoegen aan een vectorlaag.

De gegevens ophalen

Texas Water Development Board verschaft de shapefiles voor voltooide onderzoeken van meren.

Download de 2007-12 survey shapefiles for Lake Arlington.

Gemakshalve kunt u de in deze handleiding gebruikte voorbeeldgegevens direct downloaden vanaf de koppelingen hieronder.

Shapefiles.zip

Gegevensbronnen: [TWDB]

Procedure

  1. Open QGIS, zoek in Browser en sleep de laag Arlington_Soundings_2007_stpl83.shp naar het kaartvenster.

../../_images/1101.png
  1. Een dialoogvenster Transformatie voor Arlington_Soundings_2007_stpl83 selecteren zal verschijnen, laat de selectie op de standaardwaarden en klik op OK.

../../_images/269.png
  1. De laag zal worden toegevoegd, zoek nu en sleep de laag Boundary2004_550_stpl83.shp naar het kaartvenster.

../../_images/336.png
  1. De laag zal worden toegevoegd aan het kaartvenster, schakel nu deze laag uit om de laag Arlington_Soundings_2007_stpl83 te visualiseren.

../../_images/416.png
  1. Klik op het pictogram Inzoomen en selecteer een klein gebied op het scherm. Als u meer inzoomt zult u de punten zien. Elk punt vertegenwoordigt een meting door een Depth Sounder op die locatie opgenomen met een gereedschap DGPS.

../../_images/515.png
  1. Selecteer het gereedschap Objecten identificeren en klik op een punt. U zult zien dat het paneel Identificatieresultaten aan de rechterkant zal worden weergegeven met de waarden voor de attributen van dat punt. In dit geval bevat het attribuut ELEVATION de diepte van het meer op die locatie. Omdat onze taak is een diepteprofiel en hoogte-contouren te maken, zullen we deze waarden gebruiken als invoer voor de interpolatie.

../../_images/615.png
  1. Zoek in Browser en sleep de laag Islands_2004_550_stpl83.shp naar het kaartvenster.

../../_images/714.png
  1. De laag zal aan het kaartvenster worden toegevoegd, deze laag bevat de informatie over de eilanden in de regio die een constante hoogte zouden moeten hebben (zouden niet moeten worden geïnterpoleerd).

../../_images/814.png
  1. Zoek en lokaliseer, vanuit de Toollbox van Processing, het algoritme Interpolatie ‣ TIN-interpolatie. Dubbelklik erop om het te starten.

Notitie

Resultaten van interpolatie kunnen significant variëren, gebaseerd op de methode en de parameters die u kiest. Interpolatie in QGIS ondersteunt de methoden Triangulated Irregular Network (TIN) en Inverse Distance Weighting (IDW) voor interpolatie. De methode TIN wordt algemeen gebruikt voor hoogtegegevens waar de methode IDW wordt gebruikt voor het interpoleren van andere typen gegevens zoals minerale concentraties, bevolking etc. Bekijk de module Ruimtelijke analyse van de documentatie van QGIS voor meer details.

../../_images/914.png
  1. Selecteer, in het dialoogvenster TIN-interpolatie, Arlington_Soundings_2007_stpl83 als de Vectorlaag, Elevation als het Interpolatie attribuut. Klik dan op het pictogram Invoerlaag(lagen).

../../_images/1020.png
  1. Selecteer nu Islands_2004_550_stpl83 als de Vectorlaag, Elevation als het Interpolatie attribuut. Klik dan op het pictogram Invoerlaag(lagen). Wijzig nu het Type van de laag naar Lijnen opbreken.

../../_images/1123.png

Notitie

Lijnen opbreken stelt ons in staat onverwachte onderbrekingen in de hoogte te modelleren tijdens het modelleren van de lagen voor het oppervlak. Specificeren van het type laag naar Lijnen opbreken zal het algoritme voor interpolatie vertellen een constante hoogte te gebruiken voor de eilanden, in plaats van geïnterpoleerde waarden uit de punten.

  1. Klik, in Bereik, op de en selecteer de laag Boundary2004_550_stpl83.

../../_images/1221.png
  1. In Grootte uitvoerraster, stel de Grootte pixel X en Grootte pixel Y in op 5. Klik dan op de onder Geïnterpoleerd om de laag op te slaan als elevation_tin.tif. Klik op Uitvoeren.

../../_images/1319.png
  1. Nu zal een nieuwe laag elevation_tin worden toegevoegd aan het kaartvenster.

../../_images/1417.png
  1. Zoek en lokaliseer in Toolbox van Processing het algoritme GDAL ‣ Raster uitnemen ‣ Raster op maskerlaag clippen. Dubbelklik om het te starten.

../../_images/1516.png
  1. In het dialoogvenster Raster op maskerlaag clippen, selecteer elevation_tin als de Invoerlaag, Boundary2004_550_stpl83 als de Maskeerlaag. Klik dan op de onder Geclipt (masker) om de laag op te slaan als elevation_tin_clipped.tif. Klik op Uitvoeren.

../../_images/1615.png
  1. Nu zal een nieuwe laag elevation_tin_clipped worden toegevoegd aan het kaartvenster. Klik op het pictogram Paneel Laag opmaken openen.

../../_images/1716.png
  1. Stel de Symbologie in op Enkelbands pseudokleur, klik op de pijl in Kleurverloop en selecteer Kleurverloop omdraaien, voer 0 in bij Precisie label. Klik op Classificeren.

../../_images/1814.png
  1. Zoek en lokaliseer in Toolbox van Processing het algoritme GDAL ‣ Raster uitnemen ‣ Contour. Dubbelklik om het te starten.

../../_images/1911.png
  1. In het dialoogvenster Contour, selecteer elevation_tin_clipped als Invoerlaag, voer 5.000 in bij Interval voor contourlijnen. Klik op in Contouren en voer de naam in als contour.gkpg. Klik op Uitvoeren.

../../_images/2011.png

Notitie

De interval wordt gespecificeerd in de eenheid van het CRS van de laag. Onze brongegevens staan in het EPSG:2276 NAD83 / Texas North Central (ftUS) - dus de interval voor coutouren zal worden geïnterpreteerd als 5 feet.

  1. Nu zal een nieuwe laag contour worden toegevoegd aan het kaartvenster. Klik op het pictogram Paneel Laag opmaken openen. Schakel naar Labels.

../../_images/2115.png
  1. Selecteer Enkele labels, in Waarde kies ELEV.

../../_images/2213.png
  1. Schakel nu naar Plaatsing en wijzig de Modus naar Gebogen.

../../_images/2311.png

If you want to give feedback or share your experience with this tutorial, please comment below. (requires GitHub account)